Hoe moet je een worst bakken? Dat is de hamvraag die ons allemaal wakker houdt. Lekker vlees, da’s de specialiteit van je Keurslager. Hij helpt je dus graag op weg. Zo bak je de perfecte worst, van boerenworst tot chipolata. Bekijk de video en leer de kneepjes van het worstenbakken.
Haal de worsten op voorhand uit de koelkast
Vlees bewaar je altijd in de koelkast, maar het is beter (ongeveer) op kamertemperatuur voordat je het bakt. Zo gaart het gelijkmatiger. Als worst binnenin nog koud is, dan kan de buitenkant aanbranden voor hij helemaal gaar is. Dat geldt voor worsten, maar ook voor steak.
Bak de worsten op een laag vuurtje
Voor worsten heb je geen loeihete pan nodig, integendeel. Zet de pan op een laag vuurtje en smelt er een klontje boter in (een scheutje olijfolie is natuurlijk ook mogelijk). Wanneer de boter bruist, leg je de worsten voorzichtig in de pan; de worsten zullen niet al te veel spatten als ze droog en op kamertemperatuur zijn, maar het loont toch om voorzichtig te zijn.
Waarom bak je worsten beter op een lage temperatuur? Hoge hitte zorgt ervoor dat de worst uit zijn voegen schiet: het vel krimpt door de warmte terwijl de binnenkant nog koud of lauw is. Het gevolg: de worst barst open en is minder sappig omdat al het vet in de pan terechtkomt.
Draai de worsten regelmatig om
Niet burgers flippen, maar worsten flippen. Verwissel de worsten regelmatig van kant. Zo garen ze niet alleen gelijkmatig, je kunt ook perfect in de gaten houden hoe ver ze al gevorderd zijn. Het doel: een mooie bruine korst en gaar tot in de kern.
Hebben de worsten dat lekkere korstje nog niet? Dan kun je het vuur op het einde wat nog wat warmer zetten.
Wil je deze tips eens uitproberen? Test dan deze chipolata met bulgur en gegrilde groenten: een heerlijk gerecht om het worstenbakken in de vingers te krijgen. Smakelijk!
