Er bestaan verschillende soorten gehakt. Je hebt niet alleen de verschillende soorten puur gehakt, maar je kan vlees van varken, rund, kip of lam met elkaar én met andere ingrediënten zoals brood, eieren en kruiden mengen. Maar welk gehakt gebruik je nu precies voor welke bereiding? Je Keurslager weet het!
Varkensgehakt
Varkensgehakt is de vetste soort. Er smelt dus een groot deel weg tijdens de bereiding. Daarom voeg je voor de binding van de gehaktballen of het vleesbrood best een ei en wat broodkruim toe. Zo gaat er geen lekkere vleesjus verloren. Varkensgehakt is meestal gekruid, dus bijkruiden hoeft niet.
Rundergehakt
Rundergehakt wordt meestal puur verkocht. Heel lekker is americain of steak haché. Rundvlees is mager en kan je ook rauw consumeren (rundertartaar). Rundergehakt is meestal niet gekruid, dus mag je best wat bijkruiden. Gebakken rundergehakt droogt wel snel uit. Bak runderburgers dus niet te taai.
Kalfsgehakt
Ook kalfsgehakt is mager gehakt. Omdat puur kalfsgehakt droger is, wordt het vaak vermengd met vetter varkensgehakt. De combinatie kalfs- met varkensgehakt is klassiek. Kalfsgehakt is minder vet dan varkensgehakt, maar wel vetter dan rundergehakt.
Kippengehakt
Kippengehakt is een gezond alternatief voor wie liever geen rood vlees eet. Je kan het perfect gebruiken in alle bereidingen waarvoor je normaal gemengd gehakt van rund en varken zou gebruiken. Denk aan spaghetti, gehaktschotels ...
Gemengd gehakt
Gemengd gehakt is een combinatie van runder- of kalfsgehakt en varkensgehakt. Tijdens het bakken smelt het varkensvet gedeeltelijk weg, maar door het aanwezige vet blijft het vlees lekker sappig. Je kunt er letterlijk alle kanten mee uit: rol er balletjes van voor in de soep, maak er vleesbrood van, vul het met ei voor klassieke vogelnestjes en bak het rul voor dé favoriet in elk gezin: een gehaktschotel uit de oven.